Reglement Botenligplaats


REGLEMENT BOTEN LIGPLAATS HENGELSPORTVERENIGING DE RIETVOORN DOETINCHEM

BOTENLIGPLAATSEN.

Uitsluitend ten behoeve van de leden van de HSV De Rietvoorn Doetinchem, die middels een boot hun visserijhobby willen bedrijven, beschikt de vereniging over twee door het Waterschap Rijn en IJssel aangelegde steigers t.b.v. 116 botenligplaatsen. Boten t.b.v. uitsluitend recreatief gebruik zijn niet toegestaan. Boten mogen, met aanhangende motor, de maximale lengte van 4.5 meter niet overschrijden. Het is ten strengste verboden aan deze steiger materialen te bevestigen anders dan die door de vereniging zijn aangebracht t.b.v. het aanmeren.
 
Verder zijn er op het terrein een tweetal opstallen die dienstdoen als opslag/bergruimte waarin de botenhouder een afsluitbare kast krijgt toegewezen en de mogelijkheid heeft om boven de opbergkastjes steekstokken en riemen op te leggen en tevens aan de daarvoor bestemde ophangbalk buitenboordmotoren op te slaan. Roken in deze opstallen is nadrukkelijk verboden. De verantwoordelijkheid van de botenligplaats en de opstallen berust bij het Bestuur en de door hen aangestelde beheerder(s). Hun aanwijzingen dienen te allen tijde direct en onvoorwaardelijk te worden opgevolgd.
 
REGLEMENT BOTENLIGPLAATS.
 
1. De (aankomende) botenhouders/eigenaars, verder te noemen de botenhouder(s) (hoofdeigenaar), moeten lid zijn van de HSV De Rietvoorn Doetinchem, verder te noemen de HSV, en kunnen slechts een botenligplaats verwerven als ze daadwerkelijk de boot gaan gebruiken voor uitoefening van de sportvisserij. Uitsluitend bij schriftelijke aanmelding als aankomend botenhouder moet direct schriftelijk worden gemeld of er een mede-eigenaar is. Bij latere aanmelding wordt gehandeld als bij nieuwe aankomende leden.
 
2. Aankomende botenhouders worden, na schriftelijke aanmelding bij het bestuur en betaling van administratie/registratiekosten door de beheerder botenligplaatsen, verder te noemen beheerder, geplaatst op een wachtlijst. Afhankelijk van de breedte van de boot worden vrij te komen ligplaatsen door de beheerder toegewezen.
 
3. Aanvaarding van een toe te wijzen botenligplaats is uitsluitend mogelijk indien de borg voor sleutelkosten volledig is betaald en de beheerder van de botenligplaats over een reservesleutel van de te gebruiken versluiting van de boot beschikt. De alsdan voor het lopende jaar te betalen botenligplaatscontributie is afhankelijk van de datum waarop de ligplaats is toegewezen aan de botenhouder(s). Valt de toewijzing in het eerste halfjaar van het kalenderjaar dan wordt de botenhouder de botenligplaatscontributie over het gehele kalender jaar in rekening gebracht. Valt de toewijzing in het tweede helft van het kalenderjaar dan wordt de botenhouder de botenligplaatscontributie over het tweede halfjaar van het kalenderjaar in rekening gebracht. De verschuldigde botenligplaatscontributie dient bij aanvaarding betaald te zijn.
De botenligplaats wordt, indien er een mede-eigenaar is aangemeld, op naam gesteld van de hoofdeigenaar. De mede-eigenaar wordt wel als zodanig opgenomen in de administratie.
 
4. Bij aanvaarding van de botenligplaats ontvangt de hoofdeigenaar en, indien van toepassing, de mede-eigenaar een set sleutels bestaande uit; - een dongel t.b.v. de elektronische bediening van het toegangshek en een sleutel van de bergruimte. opslagloods/bergruimte. De sleutels blijven eigendom van de vereniging en mogen, op straffe van het verliezen van de rechten op een botenligplaats, niet aan derden worden ter hand worden gesteld.
Bij het zoekraken van deze sleutel(s) worden, op verzoek en na betaling van de aanmaakkosten, nieuwe sleutels verstrekt.
Bij aanvaarding van de botenligplaats zal een kopie van dit Reglement botenligplaats worden uitgereikt aan de botenligplaatshouder(s).
 
5. De boot dient op deugdelijke wijze middels een stevige ketting en hangslot, waarvan de reservesleutel in het bezit dient te zijn van de beheerder, te worden afgemeerd aan de daarvoor bestemde meerringen op de steiger.
 
6. De boot en eventueel aanhangende buitenboordmotor ligt geheel voor eigen risico aan de steiger.
 
7. Het is de botenligplaatshouder niet toegestaan de sleutels ter hand ter stellen van derden om een keer te gaan bootvissen, ook al zijn zij lid van HSV.
 
8. Wanneer de botenhouder geen gebruik meer wenst te maken van de botenligplaats dient men onverwijld de materialen uit de opstallen te verwijderen en de dongel en sleutel terug te bezorgen bij het bestuur. Daarna zal restitutie van de betaalde borgsom plaats vinden.
 
9. Boten die niet zijn voorzien van een afdekzeil dan wel een zelflozend watersysteem dienen regelmatig, bij regenachtig weer, door de botenhouder te worden gecontroleerd of de boot niet dreigt te zinken. De beheerder zal, indien nodig, waarschuwen als dat wel het geval dreigt te worden. Na waarschuwing moet men binnen 24 uur de boot geloosd hebben. Zo niet dan zal de beheerder, voor rekening van de botenligplaatshouder, de boot alsnog leegpompen, dit ter voorkoming van ernstige schade aan de steiger.
 
10. Als men duidelijk aantoonbaar 1 jaar geen gebruik heeft gemaakt van de botenligplaats, vervallen alle rechten op een botenligplaats en wordt men verzocht ook te voldoen aan het gestelde in punt 8.
 
11. Bij een eventuele verkoop van de boot vervallen alle rechten op een botenligplaats en moet worden gehandeld zoals in punt 8 is omschreven. De nieuwe eigenaar(s) dienen zich gewoon aan te melden als aankomend botenhouder en zullen dan op de wachtlijst worden geplaatst.
 
12. De hoofdeigenaar die de botenligplaats op naam wil laten zetten van de geregistreerde mede-eigenaar zal daarna zelf uit de botenadministratie worden verwijderd tenzij hij als mede-eigenaar geregistreerd wil worden. Hieraan zijn administratiekosten verbonden.
 
13. Mocht een zelfstandige hoofdeigenaar komen te overlijden dan vervalt de botenligplaats, indien gewenst, aan een familielid in 1e lijn. Deze neemt dan automatisch alle rechten en plichten over van het overleden lid.
 
14. Bij het niet tijdig betaling van de verschuldigde botenligplaatscontributie, voor 1 januari ieder jaar, vervallen de rechten op een botenligplaats en zal/zullen de toegewezen dongel(s) buiten bedrijf worden gesteld. Als na schriftelijke aanmaning ook niet voldaan wordt aan de financiële verplichting zal dit tot verwijdering van de boot leiden. De verwijderingskosten zullen alsdan verhaald worden op de hoofdeigenaar
 
15. Bij iedere ligplaats behoort een afsluitbare opbergkast in de opslagloods/bergruimte. In de bergruimte mag boven de opbergkasten uitsluitend opslag plaatsvinden van roeiriemen en steekstokken. Buitenboordmotoren mogen, mits goed beveiligd, uitsluitend aan de daarvoor bestemde balk worden opgehangen. De botenligplaatshouders zorgen er natuurlijk voor dat deze ruimte te allen tijde netjes wordt achtergelaten.
 
16. De jaarlijkse ligplaatscontributie, wordt vastgesteld door de Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, verder te noemen de JAV, moet gelijktijdig met de verenigingscontributie, middels automatische incasso, in de maand November van enig jaar, aan de penningmeester worden voldaan. Afwijking van dit punt kan uitsluitend na goedkeuring van het Dagelijks Bestuur.
 
17. Het is de overige leden (geen botenhouder of mede-eigenaar) niet toegestaan de steigers en/of de genoemde opstallen te betreden. Zij mogen uitsluitend het grasterrein en de kantine bezoeken. Uitzondering hierop zijn familieleden tot de 1e graad van de botenhouder of mede-eigenaar.
 
18. De boot te water laten dan wel het uit het water halen kan alleen door tussenkomst van de beheerder door gebruik te maken van de aanwezige hijsinstallatie. Daaraan zijn kosten verbonden tenzij het hijsen gebeurt in de vaste jaarlijkse voorjaar- en najaar periode die wordt aangekondigd door het bestuur.
 
19. Het bestuur of de behandelend beheerder(s) kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade die hierbij kan ontstaan.
 
20. Boten kunnen i.v.m. de winter, tot uiterlijk 30 april van enig jaar, uit het water gehaald worden en op aanwijzing van de beheerder, vrij van de grond op z.g. bokken, op het terrein worden gelegd. Bij onderhoud aan de boot dient te allen tijde de directe omgeving van de boot schoon te worden gemaakt.
 
21. Eventuele beëindiging van de botenligplaats dient voor 1 november te geschieden. Daarna is men over het komende jaar verplicht de botenligplaatscontributie te betalen.
 
22. Gebruik voor de opslag van brandstof voor de buitenboordmotor mag uitsluitend in een daarvoor goedgekeurde jerrycan van maximaal 10 liter.
 
23. De booteigenaar verklaart met het accepteren van een ligplaats dat zijn of haar boot in goede staat van onderhoud verkeert. Tevens verplicht de booteigenaar met het accepteren van een ligplaats zijn of haar boot goed te onderhouden. Indien dit niet of onvoldoende gebeurt kan het bestuur bij bestuursbesluit sancties opleggen aan de botenhouder. Dit kan alleen indien er een persoonlijk gesprek heeft plaats gevonden tussen een afvaardiging van het bestuur en de betreffende botenhouder.
 
De in dit reglement botenligplaats genoemde contributie-, waarborgsommen en andere financiële zaken worden jaarlijks vastgesteld op de JAV.
 
Bij voorvallen waar het reglement botenligplaats niet in voorziet, beslist het bestuur in overleg met de beheerder.
 
Dit reglement botenligplaats is hernieuwd vastgesteld op de ALV 31 mei 2022.
 
Namens het bestuur:
Voorzitter: H. ten Broeke
Secretaris: W. Swaters